zondag 29 mei 2016

Over snacks en sneks

Het ontbijt en de werkochtend draait bij mij hoofdzakelijk op brood. Zelfs tijdens het werk duurt de pauze me vaak net even te lang (8:45u) en stop ik vast een hap in mijn mond op de verdeeltrekker.
Na de laatste fietsrit huiswaarts lust ik vaak wel iets hartigs in de vorm van frites. Maar ik vind het eigenlijk zonde van de tijd en het geld om daar voor te stoppen bij een snackbar. Bovendien strooien ze er vaak veel te veel zout op!
Ik was dan ook een avond blij verrast toen ik bij een uitzending van Kassa een test op de Albert Cuypmarkt zag worden uitgevoerd tussen 'culinair ervaren' proevers. Die bleken niet eens een bord patat uit de z.g.n. 'airfryer' van een gefrituurd portie te kunnen onderscheiden!

Dus ik bestudeerde er wat  recensies over op de laptop, bekeek wat presentaties op Youtube en las wat testen van die dingen door de Consumentenbond. Gerechten kunnen zo met wel 80% minder vet worden bereid!
Ik kocht een 2dehands Phillips die heel makkelijk te reinigen is voor de helft van de nieuwwaarde en ben daar heel tevreden over! In tien minuten heb ik zonder het toevoegen van frituurvet of olie patat met snacks als vissticks of bitterballen. Gewoon thuis!

Omdat het toestel bij mij op groene energie gevoed wordt bespaar ik zo niet alleen geld (kosten +/- € 1,00 p. kg) maar eet ik nog ten bate van de planeet ook ;-)


Gelukkig houdt ThysID zelf niet zo dogmatisch vast aan een bestaand product als de kopers van de fietsen dit doen.
Dat zie je bijvoorbeeld aan het steeds wat anders uitvoeren van de nylon snek.
Zaten er in de bergsnek van de 222 die ik kocht van Jacques Chopinet nog sleuven en schroefdraad voor de bevestiging, deze zijn bij de tegenwoordige uitvoering vervangen voor een strak op maat van het sperlager gedraaide passing en zelftappende schroeven



De snek moet nu echt met de nodige kracht aangebracht worden maar is daarna door de gewicht uitsparende boringen met een priem of kleine schroevendraaier als hefboom nog voor de schroefgaten te draaien. Bovendien is er voorzien in vijf reserve schroefgaten.

Ik had al gezien dat er tegenwoordig door Derk een druppelvormige uitsparing gebruikt wordt voor het
inhangen van een dyneema-knoop. Maar voor gasten als Raketfiets en ik met kortere benen heeft hij aan de tegenoverliggende kant wat mij betreft nog iets veel mooiers gemaakt!




Eén van de 5 bevestigingsgaten van het blokkeertandwieltje heeft schroefdraad gekregen. Daar huist nu een 'koploos' m4 inbusboutje in. Met de uitsparing in de snek hierachter kun je een lus in het koord (d.m.v. een paalsteek) kwijt wat voorkomt dat je ooit het nylon beschadigen kunt. Ook al breng je wat langer elastiek aan om tot de laatste centimeter af te wikkelen (superhoog verzet).
Dit voorkomt wat me eerder gebeurde bij hard rijden met de bergsnek.



De kracht wordt zo via het tandwiel en de vier schroeven nu over het hele snekuiteinde verdeeld.





Omdat ik nog steeds (bij gebrek aan profiel-arme brede 26" band) met een 32 mm band rond rij is die bevestiging bij een snelle afdaling van de Amsterdamse brug en tijdens wedstrijdjes met wielrenners al mijn beperking geweest. Maar ook mijn redding van materiaalschade natuurlijk. 

zondag 22 mei 2016

Nieuwe snek en achterwiel

De door mij al geruime tijd in gebruik zijnde aluminium CVT-snek met dyneema doet het op zich nog prima. En het dyneema loopt er nooit zomaar van af. Maar het sperlager heeft al verscheidene keren vast gezeten. Met WD-40 kreeg ik het wel weer los maar bij het terughalen komt er een irritant geluid uit. Ik heb nog een tijdje gedacht dat dat door het geluid-doorgevende metaal eenvoudigweg versterkt werd en met een kunststof snek gedempt. Maar ik weet inmiddels dat het echt het freewiel met het sperlager zelf is.
Nu zou ik aan Derk kunnen vragen die snek voor mij op een ander wiel te zetten (dat lukt mij namelijk niet zelf) want een ander wiel daarvoor heb ik wel. Maar door de wat kleinere kunststof snek (de 175 mm) eens te proberen los ik een aantal nadelen van de alu uitvoering misschien in één keer op: een langere levensduur van het dyneema, een lichtere snek en een reserve wiel (die met CVT-snek) om naar terug te keren, om welke reden dan ook. Dus heb ik die besteld bij hem.

Bij de zaken waar ik minder tevreden over was aan de 222 hoort de smalle aerovelg.


Waar ik niet dan met bandenlichters en zonder beschadigingen aan de hieldraad een buitenband op- of af kreeg. Daar heb ik dan ook de slijptol in gezet (zie foto).
Als nieuwe velg heb ik weer een 25 mm exemplaar van Theo gebruikt. Vooral gelet op het makkelijk kunnen wisselen van de achterband en het feit dat ik met een bredere band wil gaan rijden. Voor het comfort en het bereiken van een hoger verzet.




De spaken aan de kant van het sperlager kon ik niet uitnemen omdat ik dat niet weet te verwijderen. Ik heb ze daarom herbruikt in de goed bij de snek kleurende velg. Maar dan met een aangepast spaakpatroon, kruis over 1. Die heb ik dan op dat kruis om elkaar heen gedraaid wat er tamelijk bijzonder uit ziet. Maar daar schrik ik als bekend ook niet van terug :-)
Aan de linkerkant berekende ik de lengte voor (langere) x over 3 spaken. Ringetjes waren niet nodig dit keer, wat natuurlijk een lichter wiel oplevert.
Wel moest ik een richtstandaard uitdenken. Die maakte ik van Flamco-rail die ooit door mijn bovenbuurman (gepensioneerd CV-monteur) in de menie is gezet. Daar zitten sleuven in waardoor ik met een lange m8 bout en moeren de hoogte- en zijslagen er uit kon spaken.
Op de montage van het wiel in de roeier wil ik nog even wachten tot ik een mooi nieuw stukje dyneema gekocht heb.
Maar dit excentrische wiel is VEEL steviger geworden dan het centrische voor de Cheetah. Omdat de velg netjes in het midden van de naafflenzen staat!